Begin september bezochten we de Pyreneeën. Met verschillende soorten in het vizier werd een route uitgestippeld van oost naar west (met een ommetje door Catalonië voor de Montseny’s beeksalamander). Maar het gros van de tijd werd in het uiterste oosten besteed tegen de Middellandse zee. Vanzelfsprekend voor de zee zelf, maar vooral voor een Mediterrane soort die hoog op m’n verlanglijstje stond: de Wimperspitsmuis. Het bijzondere aan deze muis is zijn uiterst kleine afmeting. Het gaat hier om het kleinste zoogdier van Europa, en het op één na kleinste zoogdier ter wereld. Bekijk de foto met het muntstuk en neem er een euro bij om de vergelijking te maken. Het is bijna niet te geloven. Zo’n euro weegt 7,5 gram, het beestje slecht 2 gram… Twee dagen voor dit diertje door m’n handen liep, zagen we een Gewone vinvis. Die kan 27m lang worden en is daarmee het op één na grootste zoogdier ter wereld. Dat zet een mens toch aan het denken. Beide soorten hebben dezelfde organen die functioneren volgens dezelfde principes. Van hart tot pancreas. Enkel de verhouding is extreem verschillend. Toch wel verbluffend.
Zoals je kan zien vonden we nog enkele andere soorten al dan niet typisch voor de Pyreneeën. Maar van de strafste waarneming heb ik helaas geen foto’s. We hebben het geluk gehad te kunnen genieten van een foeragerende Pyrenese Desman. Overdag, in een helder rimpelloos beekje op iets meer dan 2000m hoogte. Een memorabel moment en beslist een reden om eens terug te gaan en het dier op foto te krijgen.