Het scheelde niet veel, maar het is dan toch gelukt om ook in 2020 naar Bretagne te reizen in het goede gezelschap van de Strandwerkgroep. Noodgedwongen in het najaar deze keer, maar met windstil nazomerweer was daar nauwelijks iets van te merken. De bestemming was het uiterste zuiden van Bretagne. Dat leverde enkele zuidelijke zeenaaktslakken op die ik nog niet eerder zag zoals Spurilla neapolitana en Pruvotfolia pselliotes. Ook twee krabbensoorten, de Krombekhooiwagenkrab en Xantho pilipes, konden toegevoegd worden aan de fotoverzameling van Europese krabben (klik voor link). En met nog de vondst van Limaria hians en de kruivangst van een Kleinoogrog wordt snel duidelijk dat het opnieuw succesvolle dagen waren in Bretagne.
Naast al die leuke soorten zijn de stranden en getijdengebieden er landschappelijk ook erg de moeite. Iets waar ik meestal -geheel onterecht- geen prioriteit aan geef om te fotograferen. Maar deze keer was dat moeilijker. We verbleven namelijk vlak naast een zoutwinningsgebied (het is onder andere daar dat het bekende ‘Fleur de Sel’ op traditionele wijze gewonnen wordt). Een mooi gebied om door te rijden, maar nog mooier om over te vliegen. Dat niet doen met een drone in m’n rugzak zou zonde zijn. Onderaan de pagina dus ook enkele luchtbeelden.